Friese chatelaine bestaande uit een schaar, speldenkussen en naaldenkoker gemaakt door onder andere:
Haak: P. Schmidt uit Leeuwarden, werkzaam van 1812 tot 1846
Speldenkussen: Ype Staak Bru(i)nings, werkzaam in Joure. Geboren in 1786 en overleden in 1870. Hij was zilversmid van 1813 tot 1832.
Naaldenkoker: mogelijk Johannes Wijngaarden, uit Leeuwarden 1765-1772 (Voet 128b)
Chatelaines werden gedragen door vrouwen bij de klederdracht in Friesland.
Op de rokhaak staat een vrouwfiguur met een pilaar wat staat voor Fortitudo (standvastigheid). De pilaar / zuil staat voor steun en sterkte en van zelfbeheersing bij tegenslag en pijn.
De haak is gekeurd met meesterteken PS, minervakopje, tweede gehaltekeur en jaarletter J voor 1818.
Het speldenkussen is gekeurd met meesterkeur YB, minervakopje, tweede gehaltekeur en jaarletter K voor 1819
De schaar en schede zijn allebei gekeurd met het zwaardje.
De naaldenkoker Is gekeurd met een 18e eeuws meesterkeur. Waarschijnlijk een druiventros onder een kroon van Johannes Wijngaarden.
Alle onderdelen hangen aan jasseronkettingen.
Totaal gewicht: 177 gram. Lengte: van 47 tot 58 cm.
