Voorstellingen gesneden uit parelmoer uit de 17e / 18e eeuw.
Na het verwerven van een 18e eeuwse tabaksdoos met een fraaie en zeer gedetailleerde uitgesneden voorstelling waarin Jezus wordt voorgeleid aan Herodes (voor de kruisiging) intrigeerde deze kunst mij. In de tijd (de gouden eeuw) dat er in Nederland genoeg geld voorhanden was om te spenderen in kunst, legde een aantal kunstenaars zich toe aan het steken / snijden van parelmoer om zo de mooiste voorstellingen tot leven te roepen.
De schelpen waarvan het parelmoer gebruikt werd, kwamen uit de zeeën rond Sri Lanka (Ceylon), Malakka (Maleisië), Indonesie (Celebes) en de Perzische Golf.
Vanaf ongeveer de 17e eeuw werden de schelpen in grote getale meegenomen door de handelsschepen van de VOC naar ons land.
In de 17e eeuw beginnen ze met het bewerken van de schelpen. Ze worden gesneden, gestoken en gegraveerd. Niet alle schelpen waren geschikt voor deze bewerkingsmethode, voornamelijk de Pteria en Nautilus deden het goed.
Bekende kunstenaars uit deze tijd zijn de familie Belquin. Vooral Jean Belquin heeft naam gemaakt in Amsterdam als graveur van parelmoer. Hij heeft het ambacht doorgegeven aan zijn zonen: Claes en Joannes. Ook de meest bekendste Belquin, Cornelis behoorde tot de familie en was een neef van hen. Cornelis werkte aan het eind van de 17e eeuw in Amsterdam en verhief het graveren van parelmoer tot kunst. Een andere naam uit de 18e eeuw is dhr. Barckhuysen.
Tot op heden is deze vorm van kunst onderbelicht gebleven, maar is niet terecht. Qua vakmanschap kunnen deze kunstenaars zich meten met de beroemde schilders uit deze tijd. Zie ook de foto’s van deze tabaksdoos en een pillendoosje waarin de geboorte van Jezus uitgesneden is.